Eind maart, snoei van de appelbomen. Blik gericht op boven. Want snoeien betekent: kijken, kijken, kijken, en ook een soort communiceren met de boom. Zeker als het een hoogstamboom betreft is je blik omhoog gericht. Hoe groeit de boom? welke takken bewaren? waar zit teveel “takkerigheid” (zoals ooit een cursusdocent vanuit gemeente Ede me vertelde)? En als je dan ineens op iets zachts gaat staan, en een schreeuw hoort, snap je in eerste instantie niet wat er aan de hand is. Verdwaasd kijk je naar de grond, ziet in eerste instantie niets in het gras. Totdat, heel diep verscholen, twee ogen je argwanend begluren: een jong haasje houdt zich stil en zit verstopt tussen het lange gras! Als we even later kijken zit het beestje nog steeds heel stilletjes, een halve meter verder tussen de grassprieten verstopt. Wij laten het jonkie met rust, moeder zal strakjes wel komen om het diertje te voeden. Want jonge haasjes moet je nooit oppakken. Ze spelen het nest uit en moeder zal zo goed zijn om dagelijks de ronde langs haar kroost te doen. Dit haasje heeft z’n eerste les geleerd. En Christine ook: tijdens het snoeien van de hoogstam, omhoog, maar ook zo nu en dan even omlaag kijken….